zondag 24 april 2011

Het betere klimwerk

De zon schijnt, het is warm. Ik lig op een ligstoel in de tuin met de hond naast mij. Verderop ligt mijn vrouwtje te genieten van de zon op haar ligstoel. Mijn jongste zoon is op versiertoer op de honkbalclub en mijn oudste is aan het werk, zijn eigen geld verdienen.

Voor mij zie en hoor ik het kabbelende water van het waterornament in mijn vijver, het rustgevende geluid die het geeft, geeft mij ook rust. De vissen in de vijver zwemmen wat hoger, op zoek naar de laatste korreltjes voer die ik in de vijver gegooid heb. De kikkers liggen nog diep in het water, verstopt tussen de bodemplanten wachtend op de duisternis en vochtige lucht voordat ze naar boven komen en hun grommende geluiden te maken, ik kan het geen kwaaken noemen.

Wat is het leven toch goed zo he?
Tja, helaas is het de laatste tijd niet altijd zo geweest bij en met mij. Ik heb een tijd niet geblogd maar dat had een reden. Ik was er niet. Nee, ik was er echt niet. Ik leefde in een dal. Zoals jullie weten is een dal een langgerekte laagte in het landschap. Normaal gesproken is een dal groen en vruchtbaar. Mijn dal was dat helaas niet. Het was donker en droog en vol verdriet, angst, frustraties, ergernissen en veel pijn. Innerlijke pijn.

Ik zag wel de berg die boven aan het dal rees. Het was een hele hoge berg mensen. Ik raad je niet aan daar te zijn in dat dal en opkijkend naar zo een berg waar je tegen op moet klimmen. Ik wist dat ik daar op de top moest zijn maar ik kon niet anders. Ik had de kracht niet, ik had de motivatie niet en ik had ook niet de spirit om zelfs te proberen te klimmen.

Wat dat met een mens doet is zwaar. Wat dat met mij deed was zwaar, pijnlijk en frustrerend. Ik die altijd sterk was. Ik dat altijd alles aankon. Ik die van mijn hart geen moordkuil maakte. Ik .......ja ik. Daar ging het nou juist om.
Ik kon het niet meer aan. Mijn lijf werkte niet mee. Ik werd ziek, mijn lichaam werd ziek, mijn hoofd en geest werden ziek. Ik wist niet wat er eerst was. Mijn lichaam dat ziek is door een onbekende aandoening of mijn hoofd en geest die ziek waren van een bekende aandoening. Deze laatste aandoening was de kracht verliezen om door te vechten en erboven op te komen weer.
Ik kon niet meer. Ik kon niet meer genieten van de mooie dingen in het leven.

Ik moest een van de moeilijkste dingen in mijn leven doen en dat was toegeven aan mezelf dat ik het niet aankon. Al was het maar tijdelijk. Ik moest mijn masker laten vallen en laten zien wat er achter schuilde en dat was niet mooi. Ik voelde me net Cyrano de Bergerac of de Phantom of the Opera, Ik voelde me net Quasimodo die liefde voelde voor Esmeralda. Esmeralda was voor mij de personificatie van de berg waar ik tegenop keek. Het dal was diep.

Het was daar donker, er heerste veel verdriet, veel frustratie en veel angst. Er heerste ook teleurstelling.
Teleurstelling dat ik mijn gezin heb laten zakken. Ik moest mijn superman houding laten vallen voor mijn kinderen. Ik was niet meer de alles kunnende papa, de papa die alles aankon en altijd klaar stond voor de kids. De vrolijke papa. Nee, ik werd de chagrijnige papa, de papa die alleen maar op de bank zat en zijn huilen inhield zodat de kinderen het niet konden zien. De papa die veel tranen liet lopen als niemand erbij was. De papa die snauwde om het minste geringste. De papa die van actieve man naar een inactieve, humorloze man ging. Ik werd een slechte echtgenoot. Ik was niet de man die ze trouwde. Ik wilde dat zo graag zijn maar kon dat niet. Mijn dal was te diep, mijn verdriet te hoog, mijn ergernissen te veel en mijn frustraties te talrijk. Ik had geen zin meer.

Ik ben nu een paar maanden verder. Ja......ik kom er wel. Ik voel me sterker worden. Ik voel me vrolijker worden, ik kan weer zingen thuis, weliswaar vals maar het begint wel te komen. Ik dans weer, ik voel dat ik besta. Mijn gevoelens voelen niet meer aan als een labyrint. Ik merk dat mijn Esmeralda toch van mij is gaan houden en mij haar laat beklimmen in mijn tempo. Mijn Esmeralda is niet meer zo groot en hoog.
Het lijkt nu alsof mijn Esmeralda trappen heeft aangelegd zodat ik wat makkelijker kan klimmen. Ik hou ervan.

Ik zit nu in de tuin en besef dat ik toch erg hoog ben opgeklommen. De berg is niet meer zo hoog...ik ga er komen denk ik, nee dat weet ik wel zeker. Ik heb weer zin om actief te zijn, ik probeer weer papa te zijn, ik probeer weer echtgenoot en vriend te zijn. Ik wil graag weer de actieve collega worden. Ik probeer mezelf te worden en voel en merk dat dat steeds dichterbij komt. Ik ga weer sporten en heb er ook plezier in.

Als ik terug kijk naar beneden dan zie ik een zwart dal achter mij waar geen spoortje licht bijkan. Die heb ik achter me gelaten. Ik ben langzamerhand aan het klimmen naar de top. Stapje voor stapje, beetje bij beetje.
Ik heb een diep dal achter me gelaten. Ik kijk alleen maar vooruit nu. Ik zie de vlag op de top hangen en die vlag die ga ik pakken. Die is voor mij. Ik voel dat ik er bijna ben. Nog even dan kan ik een echte ronde dans doen. Dan kan ik weer zeggen, mijn leven is van weer van mij.

Ik ben geen grote prater maar kan des te beter schrijven denk ik. Is makkelijker voor mij en net zo gemeend.
Iedereen die maar wat bijgedragen heeft aan mijn herstel, bedankt voor alles. Mijn kinderen voor hun geduld en mijn vrouw voor haar begrip. Mijn gezin omdat ik ze in de steek gelaten heb maar geen zorgen papa en echtgenoot is er weer bijna. Ik ben net vergif of Dreft, sterker en verbeterd.
Mijn vrienden omdat ik niet echt een vriend ben geweest.

Hoe dan ook, wat er ook gebeurd is, het is nu Ivar tijd. Ja.....ik kies........en ik kies voor mijzelf. Ik ben sterk nu, ik kan het aan.

Het leven is heerlijk.

Wat een heerlijk gevoel. Ik besta weer, ik tel weer mee.

Op weg naar een nieuw begin.